NEVAP NEXT 10 Lodewijk Hoekstra
Maandag 23 november 2020In gesprek met Lodewijk Hoekstra
Over NL Greenlabel
NL Greenlabel richt zich op de vergroening van de leefomgeving, waarbij het label de duurzaamheid van de buitenruimte helder en inzichtelijk maakt. Dat klinkt misschien relatief nieuw, maar is het zeker niet. Al in 2012 richtten Lodewijk Hoekstra en Nico Wissing NL Greenlabel op vanuit de sterke visie dat een gezonde en duurzame leefomgeving essentieel is voor de toekomst van Nederland. “Het is onze missie om bedrijven, overheden en inwoners te helpen bewust en respectvol om te gaan met de natuur in de leefomgeving.” Heel concreet doet NL Greenlabel dat door beleidsmakers, ontwerpers, bouwers en technici heldere instrumenten en methodes te bieden, waarmee duurzaamheid meetbaar en realistisch wordt.
“Het bewustzijn groeit en dat is goed. Tien jaar geleden riepen we het al, maar toen was er geen luisterend oor. Door klimaatverandering, corona en het onvoorstelbare verlies aan biodiversiteit is ‘groen’ belangrijker geworden voor mensen. Maar laten we eerlijk zijn: we zijn er nog lang niet! Eindelijk is er tractie, onder meer bij Bouwend Nederland, het ministerie van Binnenlandse Zaken, NEPROM en NVB Bouw, maar de manier waarop Nederland wordt vormgegeven, is verre van ideaal.”
De organisatie van NL Greenlabel
Er zijn tien mensen fulltime bezig voor NL Greenlabel, waar maar liefst 240 partners lid van zijn. Van ingenieursbureaus tot architecten en van bouwbedrijven tot groenvoorzieners. Door hen wordt NL Greenlabel gezien als een pionier op het gebied van de duurzame leefomgeving. Met een eigen wetenschappelijke raad heeft de organisatie drie Green Deals* afgerond, in samenwerking met de overheid. Ook heeft NL Greenlabel zelfontwikkelde duurzaamheidspaspoorten, waarin de hele keten in beschouwing wordt genomen ten aanzien van planten, producten en gebieden (tuinen, parken en woonwijken). “We helpen op die manier producenten, leveranciers en kwekers, maar ook gemeenten en projectontwikkelaars met het maken van keuzes die leiden tot een betere wereld.”
Hoekstra: “Groen wordt vaak gezien als decoratie en kostenpost. Het wordt veelvuldig gebruikt in graphic designs en tekeningen aan de voorkant, maar in het uiteindelijke resultaat zie je een soort peterselie, decoratiegroen met totaal geen waarde voor de leefomgeving”
We zouden het écht om moeten draaien en biodiversiteit centraal stellen in de ontwerpfase. Singapore laat hele mooie voorbeelden daarvan zien; dit land is vooruitstrevend op dat gebied. Natuurlijk hebben ze daar een ander klimaat, dus het kan niet als blauwdruk dienen, maar zij lijken wel te begrijpen wat de waarde is om vanuit inclusiviteit te ontwerpen.” Hoekstra erkent de complexe opgave en noemt het ook wel het duurzame veelkoppige monster. “Ja, natuurlijk. Ga er maar aanstaan als opdrachtbever of gemeente. Alles moet circulair, gezond en klimaatadaptief, maar dat kan alleen er als er meer samenhang is en integraal gewerkt wordt. Er zijn procesveranderingen nodig, dán is het echt mogelijk!
Op de vraag hoe het ideale proces er dan uit ziet, zegt Hoekstra: “In de eerste plaats moet het om een gebiedsgerichte aanpak gaan, het gebied moet bij aanvang centraal staan. Daar is ambitie voor nodig want er moet groter gedacht worden. Dat betekent ook dat alle stakeholders er vanaf het begin bij betrokken moeten worden; van waterschappen tot ecologen en van ontwikkelaars tot bouwers. Dat is een andere aanpak dan de lineaire pijplijnen die we nu kennen. Als je het niet vanaf het begin integraal aanpakt, is de opgave gedoemd te mislukken.” Toch ziet Hoekstra zeker ook al positieve ontwikkelingen, zoals de ecosysteemdiensten. “Absoluut! Denk aan gras, dat prachtig is als het gelegd is, kinderen kunnen erop spelen en het bevordert de biodiversiteit van een stad door het te verkoelen. Zo’n ecosysteemdienst heeft kosten, maar ook baten. Op dat laatste wordt gelukkig steeds vaker de nadruk gelegd, omdat belangen van mensen eraan gekoppeld kunnen worden; meerwaarde voor verschillende stakeholders. Dit bevordert het ideale proces zoals ik het zie.”
Welke relatie heeft NL Greenlabel met vastgoedexploitatie?
NL Greenlabel komt steeds vaker in beeld bij exploitanten en eigenaren van panden, zoals verzekeraars en banken.
“Dat komt omdat zij het gebouw in de context van de omgeving zien, vanwege thema’s als het klimaat, veranderende weerbeelden, hittestress, bodemdaling en wateroverlast.” Voor NL Greenlabel een uitbreiding van het diverse palet aan partijen waar het mee werkt. “Helaas zien sommigen het belang gewoon écht niet; zij gaan door op de oude voet. Anderen, zoals bouwbedrijven Heijmans en Ballast Nedam, geven juist vol gas op duurzaamheid. Daar hoeven we de trommel niet meer te slaan, maar leggen we het accent op hoe je van ambities naar een gebiedsgerichte aanpak komt.” De gemene deler van de bedrijven die zich aansluiten bij NL Greenlabel is de overtuiging dat het ‘moet’. “En in de vastgoedwereld zie je vooral dat het iets moet opleveren. Pas als de mussen dood van het dak vallen, komen ze in actie. Zonde, want er valt echt economisch gewin te halen, het potentieel is gigantisch! Ik ken nog geen project waarin we niet hele substantiële verbeteringen of kansen hebben geduid en verzilverd.”
Over Lodewijk Hoekstra
De bekendste tuinman van Nederland. Dát is Lodewijk Hoekstra. Hij was jarenlang een fenomeen op tv en we gaan hem binnenkort weer zien op de buis in het programma Lodewijks Groene Geluk, dat hij samen met Helga van Leur zal presenteren op RTL4. “Het doel is Nederland groener te maken, dus waarom niet starten met de tuinen van mensen?” Ook heeft Hoekstra net een boek uitgegeven: Groen Geluk. Hij presenteert, activeert en verbindt de hele dag door, met als ‘groene draad’ het kwantificeren van duurzaamheid van de buitenruimte. “Ik ben gedreven en positief gestemd, het glas is nog half vol. Dat komt omdat we al zoveel bereikt hebben en ik met een enorme fijne club mensen werk, van filosofen tot natuurkundigen die allemaal begrijpen dat dit de enige manier is om de grote duurzaamheidsopgave te realiseren. Vroeger had ik veel petten op, die regelmatig een andere richting op stonden. Nu heb ik keuzes gemaakt en houd ik focus. Ik doe alleen nog dingen die bij mij passen. Maar laten we wel wezen; het leuke is er wel vanaf: 80% van alle vlinders is weg, bijen worden met uitsterven bedreigd en tien jaar geleden riepen we al dat het er slecht aan toe ging, maar nu is dat al vijf keer erger…”.
Wat staat op dit moment op de innovatie-agenda? En wat is jouw rol daarin?
“We ontwikkelen een dashboard, samen met relevante partijen zoals CROW en het ministerie van Binnenlandse Zaken. We zitten op dit moment ook met het Rijksvastgoedbedrijf in een interessante pilot. Eigenlijk zijn we continu bezig met ontwikkelingen en innovaties. Het is fijn dat steeds meer partijen daarop willen aanhaken, het gaat tenslotte ook om hun bestaansrecht in de toekomst!”
Wat heb je nodig om verder te kunnen komen met deze agendapunten?
“Ambassadeurs, ook in de vastgoedsector en bouwbranche.” “Als groene Calimero opboksen tegen het imperium van bijvoorbeeld Bouwend Nederland en BREEAM is niet makkelijk” “Podium en draagvlak in die sectoren zijn cruciaal om te laten zien welke successen we bereiken.”
De vraag van Aukje Kuypers, algemeen directeur bij Kuijpers: “Er moet veel gebouwd worden de komende jaren; opschalen is daarin cruciaal. Hoe zorgen jullie ervoor dat je natuurinclusief bouwen betaalbaar houdt/maakt?” “Opschalen is opleiden. We bouwen aan een landelijk netwerk van experts – met veel kennis en expertise – dat op praktische wijze aan de slag kan met het NL Terreinlabel. De expert adviseren daarbij hoe je de leefomgeving op een duurzame manier kunt vergroenen. Betaalbaarheid; het is nu meer investeren in het integraal maken van visies en processen, waardoor de opbrengsten op de langere termijn veel hoger liggen op diverse vlakken. Natuurinclusief bouwen staat metafoor voor iets veel groters, daar is een andere manier van denken voor nodig en dat gaat verder dan het mestkastje aan de muur van nieuwbouw. Het is belangrijker om na te denken over de borging van het beheer, op het niveau van vastgoed, gezondheid en milieu.”
Lodewijk geeft het stokje door aan:
Eric Prevoo, Directeur bij vb&t Vastgoedmanagement
Lodewijk aan Eric:
“Krijgt in vastgoedmanagement de leefomgeving een prominentere rol? En uit zich dat dan ook in een groene en waardegerichte propositie of blijft groen een kostenpost of zelfs decoratie?”