Ga door naar hoofdcontent
BlogsNEVAP NEXT 15 Bert van Lunteren

NEVAP NEXT 15 Bert van Lunteren

Maandag 14 december 2020Afbeelding NEVAP NEXT 15 Bert van Lunteren

In gesprek met Bert van Lunteren

Over Van ‘t Hof Rijnland Vastgoedmanagement

Sterk in het managen van vastgoed, voor huurwoningen en Verenigingen van Eigenaars, met een innovatief karakter; zo kun je Van ’t Hof Rijnland Vastgoedmanagement (VHR) in enkele woorden vangen. Met ruim 34.000 huur- en koopwoningen is de organisatie een van de grootste aanbieders in Nederland. De slogan ‘wij zijn expert op het gebied van housing’ is direct ook de belofte. Die kan alleen waargemaakt worden met gedegen expertise en kunde in huis: “Met 155 professionals durf ik te stellen dat we ons vak verstaan. Al 25 jaar zijn we een begrip met Van ’t Hof Rijnland, terwijl de twee losse bedrijven zelfs nog meer jaren op de teller hadden staan ten tijde van de fusie in 1995. We hebben het netwerk, de ervaring, kennis en schaalgrootte. Kortom; we zijn een bewezen organisatie,” vertelt Bert van Lunteren.

Iedere dag van de week zijn de vastgoedexperts van VHR bezig met de kwaliteit van onroerend goed. Vanuit de vijf kantoren (Zoetermeer, Den Haag, Groningen, Utrecht en Rotterdam) is er altijd een aanspreekpunt in de buurt om de hoge kwaliteit te handhaven. “Eenvoudig gezegd zorgen wij dat er geen problemen zijn voor onze opdrachtgevers. Los van praktische zaken die opgelost moeten worden, zijn communicatie en beleving hierin cruciaal en essentieel. De beleving wordt steeds belangrijker, daarom hebben we het concept VHR Connect® ontwikkeld. Een bewonersapp voor bijvoorbeeld het organiseren van een barbecue in een studentenflat in Groningen, de exploitatie van laundry’s of het adviseren van expats.

We baseren ons bij de ontwikkeling ervan op de hospitality filosofie.” In die lijn heeft VHR ook het concept Transition® geïntroduceerd, dat betrekking heeft op het ‘kwartier maken’ en optimaal begeleiden van nieuwe huurders/bewoners tijdens haar klantreis bij nieuwbouw.”

De organisatie van VHR

Relatief gezien heeft de organisatie veel mensen in dienst, maar dat is volgens Van Lunteren logisch omdat het belangrijkste deel om dienstverlening gaat. “De medewerkers hebben de gemeenschappelijke drive om kwaliteit te leveren, maar natuurlijk zie je ook verschillen in karakter en werkethos. De één kiest heel bewust voor het vak property management, waar de ander enthousiast wordt van service verlenen. Weer een ander wil gewoon een goede baan in een leuke organisatie en vindt dat bij VHR. Sinds 2,5 jaar zijn we meer in teamverband gaan werken en hebben we teams gekoppeld aan één of meerdere opdrachtgevers zodat er meer gemeenschappelijkheid ontstaat.”

“In deze relatief nieuwe structuur leren mensen met verschillende bloedgroepen nauwer samenwerken en hebben ze meer begrip voor het strategische einddoel, zodat de klantvraag beter kan worden beantwoord”

Van Lunteren omschrijft het bedrijf als een persoonlijke organisatie, met duidelijke kenmerken van een familiebedrijf:

“We zijn democratisch en niet zo hiërarchisch. Covid-19 zorgt in die zin wel voor wat uitdagingen. Bij de eerste golf was er sprake van veel acceptatie in de markt; we pakten het samen op als een gezamenlijke effort. Bij de tweede golf bespeur ik toch meer afstand tussen mensen omdat teambuilding inmiddels onder druk staat. Gelukkig kunnen we veel ondervangen met online tools zoals Microsoft Teams. Maar, het sociale deel, de verjaardagen, een praatje over het weer of een verbouwing thuis, dat wordt wel gemist. Daarom stimuleren we iedereen om minstens een keer per week naar kantoor te komen, waar iedereen voorzieningen heeft die ingericht zijn op de corona-maatregelen. Technisch en organisatorisch waren we al op het flexwerken ingericht.”

Los van de beweging van live naar online, ziet Van Lunteren ook een andere beweging: “Vastgoed is een traditionele markt, historisch gezien zijn wij heel uitvoerend, en werden we bijna directief aangestuurd. Traditionele indelingen van portefeuille-, asset- en propertymanagement pasten bij die rol. Maar de laatste paar jaar is de beleving van de klant essentiëler geworden, waardoor een kentering ontstaat in het opdrachtgeverslandschap. Zo kruipt assetmanagement bijvoorbeeld meer naar fundmanagement. En wij worden als propertymanagers weer meer naar leveranciers getrokken omdat zij een belangrijke bepalende factor zijn bij de klanttevredenheid.

“Er ontstaat een nieuwe indeling, te weten: stenen, beleving en waarde creatie”

Om die reden houden wij ons ook steeds meer bezig met de klantvraag. We richten onze organisatie daarop in. Enerzijds aandacht voor het ‘schoon, heel en veilig’ en anderzijds voor de sociale aspecten c.q. beleving. Het is een interessante tijd; voorheen werden we ingehuurd voor de vierkante meters en de bakstenen. We waren getraind op hard skills en hielden ons bezig met het laag houden van de debiteurenstand en de kwaliteit van stenen. Nu worden softskills aangeboord omdat de klant voor beleving en omgeving gaat.” In die zin is het logisch dat VHR kiest voor een hospitality aanpak, met de kanttekening dat je nog zo’n leuke uitstraling en fijne service kunt hebben, maar als het gebouw niet in orde is, heb je een probleem. “We zijn bezig met de juiste balans daarin en halen een divers palet aan menstypen binnen; van vastgoedexperts tot hotello’s, UX’ers en eventmanagers.”

Over Bert van Lunteren

Een optimist met duidelijke doelen. “Maar, ik heb minder last van strakke dead lines in het proces, het gaat om het resulaat.” Van Lunteren ademt vastgoed; al sinds begin jaren ’80 is hij aanwezig in de sector in diverse functies en bij verschillende organisaties. Waarom spreekt dit vak hem zo aan? “Ik merk dat ik begin warm te lopen als er uitdagingen liggen. Ook bij VHR is dat het geval; ik zie het als een kans om samen met de mensen een cultuuromslag te realiseren. We waren al een kwalitatieve organisatie, maar wel statisch en misschien wat introvert, terwijl we in de top van de vastgoed branche opereren. We zijn dat nu met elkaar aan het veranderen en treden meer naar bui ten. Immers, je kunt ook successen benoemen in het proces, en niet pas als iets 100% is afgerond. Die dynamiek zijn we aan het ontdekken samen, en daar geef ik graag de ruimte voor – mensen mogen daarin fouten maken om te leren.” Ondertussen is Van Lunteren alweer ‘three years ahead’, omdat hij het liefst met termijnen van drie jaar werkt als het om visie gaat. De fundering staat, aan de bedrijfscultuur en -structuren wordt gewerkt en nu kijkt hij naar de toekomst om “De Nieuwe Realiteit” vorm te geven.”

Wat staat op dit moment op de innovatie-agenda?

We zijn vooral druk met de cultuuromslag. Transities kunnen pijn doen, ze kunnen schuren. Sterker nog, een verandering kan intern tot irritatie leiden. Tegelijk zijn wij met innovatieve concepten bezig. Daarom hebben we de concepten VHR Connect® en Transition® geïntroduceerd om samen met de markt de eigenaar en gebruiker van vastgoed te kunnen bedienen. In die zin zie ik ons verschuiven naar een ‘verbindende organisatie’.”

Wat heb je nodig om daarmee verder te kunnen komen?

“Vertrouwen en transparantie van de opdrachtgever is vereist”

En de wil aan de kant van leveranciers om samen op te trekken. Communicatie is hierin evident; we moeten het eerst samen eens zijn over de dienst verlening, het vervolgens vormgeven en organiseren; definiëren wie waarvoor verantwoordelijk is. Daar hebben we mandaten voor nodig. En flexibiliteit; de ene keer zijn we coöperatief, de andere keer directief. In gesprekken met elkaar kunnen we de complementaire waarden bij elkaar ontdekken en vorm gaan geven.”

De vraag van Mark Spiering, CEO bij CBRE, property management:“Tot welke fundamentele gedragsverandering heeft Covid-19 geleid? Verandert de woning van de toekomst door de komst van corona?” “Dat denk ik niet. Wellicht worden minder handen geschud, maar mensen blijven elkaar thuis opzoeken. De jeugd zoekt misschien wel eerder een tweekamerwoning in plaats van een eenkamerwoning. Het aantal kamers zal kritischer bekeken worden, niet zozeer de vierkante meters. Ik verwacht dat beleggers meer naar beleving zullen kijken, en dat zij zich onverminderd blijven richten op kleinere woningen.”

Bert geeft het stokje door aan:

Diederik de Geus, Partner bij BRiQ asset management
Bert aan Diederik:
“Hoe ziet de toekomstige klantvraag in de kantorenmarkt eruit en op welke wijze is BRiQ zich daarop aan het voorbereiden?”