NEVAP NEXT 5 Meiny Prins
Maandag 29 juni 2020In gesprek met Meiny Prins
Over Priva
Priva behoort tot de top 30 van R&D-bedrijven in Nederland als ontwikkelaar van producten en diensten voor duurzame klimaatregeling en procesbeheer op het gebied van energie en water. Wereldwijd verloopt de verkoop in meer dan 40 landen via eigen kantoren en een internationaal netwerk van installatiepartners. Meiny Prins, CEO van Priva: “We zijn in 1959 gestart in de tuinbouw (horticultuur). Al gauw konden we telers helpen bij het verhogen van hun productie tegen minimaal gebruik van energie en maximaal hergebruik van water. Dat is duurzaamheid! Vroeger noemden we dat nog met een mooi woord ‘rentmeesterschap’; we lenen de aarde van toekomstige generaties. Als alle ontwikkelingen gericht zijn op dat bewustzijn kunnen we altijd wat teruggeven; dat is het doel van Priva.”
De organisatie van Priva
De ongeveer 500 gepassioneerde mensen hebben grote ambities. “We maakten een behoorlijke groeispurt vanaf 2015 tot nu. 2020 is voor ons een belangrijk jaar; we zijn er klaar voor! Ons rendement van de afgelopen jaren is vrijwel volledig geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe technologie, in het aantrekken van nieuwe collega’s met andere vaardigheden, in agile leren werken, in dataservices, kortom: in onze organisatie. Veel bedrijven zijn gericht op winst[1]maximalisatie, maar wij focussen op hoe we kunnen investeren in ontwikkeling en in mensen om te kunnen blijven groeien. Niet omdat een groot bedrijf een doel is op zich, maar omdat we impact willen hebben in deze wereld. Dat bereiken we door te kunnen schalen. Zo kunnen we een omgeving creëren voor groei.”
“Wij focussen op hoe we kunnen investeren in ontwikkeling en in mensen om te kunnen blijven groeien. Niet omdat een groot bedrijf een doel is op zich, maar omdat we impact willen hebben in deze wereld.”
Prins noemt de onderneming gekscherend een ‘kleine maatschappij’ waarin iedereen zijn plek heeft. Van onze collega’s bij logistiek, technici, consultants en sales tot software[1]experts, een facility manager en een eigen chefkok. “Iedereen is gepassioneerd over zijn domeinkennis, waarin de twee werelden van tuinbouw en de gebouwde wereld steeds meer geïntegreerd zijn. Daarmee lopen we voorop en zijn we leidend in deze sector.” Bij Priva staan vertellen en luisteren centraal, omdat je alleen dán elkaar verder kunt helpen. “Dat is belangrijk, want we zijn echt een kennisbedrijf.”
Priva in relatie tot vastgoedexploitatie
Op de vraag hoe Priva handelt ten aanzien van vastgoedexploitatie, zegt Prins: “Elk gebouw heeft apparatuur, zoals airconditioning of sensoren die de condities in een ruimte meten. Ons gebouwbeheersysteem ‘praat’ met die apparaten en brengt de informatie bij elkaar, om daarmee vervolgens de installaties aan te sturen en het klimaat te optimaliseren. Als de installatie optimaal is, kan er echt een fijn klimaat geregeld worden. Anders dan in veel andere landen, zoals in Amerika of in China, waarbij je een systeem alleen 100% aan of 100% uit kunt zetten. Het is óf warm óf koud en verder kun je niets regelen. Nederland loopt daarin echt ver voorop. Wat bijvoorbeeld in Australië gezien wordt als het hoogste niveau van energiezuinige gebouwen (Star 5), is in Nederland standaard opgenomen in het bouwbesluit. En toch kun je afvragen in hoeverre gebouwen dat nu echt allemaal op orde hebben, want uit onderzoek blijkt dat de luchtverversing in Nederlandse gevangenissen nog altijd beter geregeld is dan in de meeste klaslokalen…”
Over Meiny Prins
Prins heeft niet per se de achtergrond die je verwacht; ze is onder meer lerares en grafisch ontwerper geweest van beroep. “Ik zie de link wel,” verklaart ze zelf: “Iemand die lesgeeft, vertelt graag. En iemand die de kunstacademie heeft gedaan, kan holistisch denken en nieuwe verbindingen leggen.
Als ondernemer en leidinggevende, breng ik die werelden samen. Het zijn stukjes van mij die passen in de rol die ik vandaag heb. Als 57-jarige kan ik ook zeggen dat het leven steeds boeiender wordt. Ik mag namelijk CEO van Priva zijn, groei faciliteren en daarin zelf groeien. Ik raak daardoor geïnspireerd en mag teruggeven aan de maatschappij.”
Haar omgeving omschrijft Prins, die in 2009 werd uitgeroepen tot Zakenvrouw van het Jaar, als inspirator. “Maar ik kan ook een douwertje zijn: drie keer rechts is immers ook links!” Het is duidelijk dat ze niet snel loslaat wanneer ze gelooft in een strategie. Zo heeft ze onlangs de Sustainable Urban Delta Foundation gelanceerd. Voor Prins is dit nieuwe initiatief geslaagd als Nederland beseft dat ze een prachtige referentie, of zelfs blauwdruk is voor andere grootstedelijke gebieden voor totale integrale oplossingen.
“Ik kan een douwertje zijn: drie keer rechts is ook links”
Wat staat op dit moment op de innovatie-agenda?
“We hebben gezien dat we, op basis van algoritmes en data in de cloud[1]omgeving, meet- en regeltechniek kunnen optimaliseren met grotere besparingen tot gevolg. Ook in oudere gebouwen kunnen we hiermee 20% tot 40% van het gebruik van gas besparen voor het verwarmen van het gebouw. De impact van deze innovatie is veel groter dan ik ooit had kunnen bedenken. Als je dit zou toepassen op alle gebouwen die gas gebruiken voor verwarming in Nederland, dan zou de energiebesparing (bij een gemiddelde van 25%) uitkomen op 137 PJ. Dat staat ongeveer gelijk aan de energieproductie van de vijf kolencentrales in Nederland.”
Wat heb je nodig om hiermee verder te komen?
“Draagvlak onder stakeholders en bewustwording. En op technisch vlak zullen de bestaande computers verbonden moeten worden met de cloud. Dan kunnen we beginnen met het verzamelen van de data. Hoe mooi zou het zijn dat je op basis daarvan de kolencentrales kan sluiten.”
De vraag van Maarten Vermeulen, Managing Director MVGM Netherlands: “Alle projecten die ik op de website van Sustainable Urban Delta Foundation zie, zijn ver weg en relatief gezien groot. Hoe ziet de relatie tussen deze projecten en de foundation eruit en welke criteria hanteer je voor selectie en investering?” “We focussen ons bewust op internationale projecten, omdat ik Nederland al als een Sustainable Urban Delta positioneer. In feite is Nederland een grote groene stad die in staat is meer voedsel te produceren dan ze zelf nodig heeft. Nederland heeft al heel veel mooie voorbeelden van integrale toepassingen op het gebied van voedselproductie, mobiliteit, afval, water en energie. Er zijn veel metropolen in deze wereld op zoek naar dergelijke oplossingen. De stichting wil inspireren en begint nu bij voedsel. Omdat dit aanspreekt, heel belangrijk is, maar ook nieuwe verbindingen mogelijk maakt. Met gezondheid, met water, met energie, met interessante afvalstromen. En dat wil ik laten zien met de eerste documentaire, die net uitgekomen is. Het onderwerp krijgt meer impact als we het wereldwijd met elkaar verbinden. Wij zullen als stichting vooral op zoek gaan naar partnersteden en het is niet de bedoeling dat we zelf in projecten gaan investeren. De stichting gelooft dat een voedselproducerende stad een levendig stad is.”
Meiny geeft het stokje door aan:
Wim Wensing, Chief Investment Officer bij Amvest
Meiny aan Wim:
“Voedselproductie in de gebouwde omgeving is interessant, omdat dit ook voor werkgelegenheid, economische groei en sociale cohesie zorgt. Is er een manier om anders naar de waarde van grond te kijken, zodat er ook ruimte komt voor andere ontwikkelingen dan alleen nieuwbouw?”